Ik heb een nieuw favoriet programma. Het is een Engels programma dat Supersize versus Superskinny heet. Een veel te dik iemand ruilt van eten met een veel te dun iemand. De twee analyseren hun gedrag, krijgen op hun kop van de dokter, en beteren vervolgens hun leven. Dan krijgen ze een dieetplan en gaan ze naar huis. Na een paar maanden komen ze dan weer bij de dokter, vliegen elkaar om de hals, roepen ‘wat zie je er goed uit!’ en dan leven ze nog lang en gelukkig. Echt, ik kan me geen betere feelgood-tv indenken.

Ik kijk het op mijn computer, dus ik kan kijken wat ik wil wanneer ik wil. Heerlijk. Ik houd van die rare dikke mensen, die negen vette maaltijden per dag eten en zich serieus afvragen waarom ze te dik zijn. En ik houd van die malle spillebenen. Ze ontbijten niet, lunchen met een zakje snoep en leven verder op slappe thee, maar waarom hun botten bijna door hun vel steken? Geen idee. Maar bovenal houd ik van de gebeeldhouwde dokter Christian die het programma presenteert, die oh zo beheerste medicus met zijn vrolijke overhemden. Ik denk dat ze hem voor het programma uit een mal halen en hem een vers, nieuw overhemd aantrekken, zó uit de verpakking. Dan spreekt hij dikkerds en dunnerds vermanend toe, confronteert ze met wat gruwelijke ‘dit gebeurt er met jou als je zo doorgaat’-plaatjes, en dan gaat de dokter weer terug in zijn mal.

De laatste seizoenen stuurt hij de dikke mensen bij wijze van confrontatie naar de VS om een nóg dikker iemand te ontmoeten. Dan schrikt de iets dunnere dikkerd, en vervolgens gaan ze met zijn tweetjes naar een hamburgerbar om daar het XXL-menu te bestellen. Twee. Per persoon. Met extra alles, en een paar toetjes. Dan komt de dokter, verrassing verrassing, binnenvallen om te kijken hoe het gaat en doet hij waar hij goed in is. Op lichte toon, maar toch serieus, vol humor, maar toch confronterend. Echt, die man wordt geprogrammeerd en per afstand bestuurd, dat kan niet anders. Hij is te perfect om mens te zijn.

Die Amerikaanse zwaarlijvigen hebben bijna altijd diabetes. En hartproblemen, ademhalingsproblemen, hoge bloeddruk, pijn. Ze zijn blind of bijna blind, moeten gewassen worden door hun kinderen, en dat vinden ze Heel Naar. Ze weten dat ze hun gedrag en hun eetpatroon moeten veranderen, maar dat doen ze niet. Dat geven ze ook toe aan de gebeeldhouwde dokter Christian. Die gaat vervolgens, want het kan altijd nog erger, naar een Amerikaans ziekenhuis met een speciale afdeling voor superdikke mensen. En daar liggen mensen met geamputeerde benen, rottende tenen, etterende wonden die niet genezen. Door de diabetes. En ik bekijk die mensen vol afgrijzen. Hoe kunnen ze dit laten gebeuren? Waarom doen ze niets als het nog kan? Ontkenning? Luiheid? Ik geef bijna over als ik een wit slijmerig gat zie op de plek waar ooit een teen zat. Maar de dokter maakt voor mij alles goed. Dat beheerste, dat begripvolle, dat accent: ik wil meer, meer, meer. Maar die rottende dikke mensen…oh, afschuwelijk! Laat mij dat nooit gebeuren. Laat me alsjeblieft nooit ontwijkend grijnzend in een speciaal versterkt bed hoeven liggen terwijl iemand anders mijn bilnaad wast en doet alsof dat normaal is. Ik ben doodsbang dat ik straks met zwarte tenen blind in een rolstoel zit. Ik ben bang voor die zwaargewichten. Want wat zij kunnen, kan ik ook. Als zij de mist in kunnen gaan, kan ik het ook. Doodeng. Echt, de enige reden dat ik blijf kijken, is die heerlijk meelevende, vriendelijke dokter. ‘Diabetes is een vreselijke rotziekte.’ Ja, vertel mij wat. Vertel me meer. Vertel me alles. Spreek me vermanend toe, begrijp me. Geef me standjes, leef met me mee. Doe mij een week met dokter Christian en ik weet zeker dat ik daarna voor de rest van mijn leven een modeldiabeet zal zijn. Als de supersizers en de superskinny’s het kunnen, kan ik het ook.

Volgens mij is diabetes dan ook heel makkelijk te genezen. Niks geen transplantaties, niks geen revolutionaire methodes. Geef gewoon iedere diabeet zijn eigen dokter Christian.

Eerder verschenen op MyDiabetesdigital.com